Durf te vragen.

Cyberweerbaarheid is het vermogen van een organisatie of persoon om zich te verdedigen tegen digitale dreigingen én ervan te herstellen. Het gaat om preventie, detectie en herstel. Training, techniek en beleid spelen hierbij samen een rol.

Een pentest (penetratietest) is een gecontroleerde aanval op een systeem om kwetsbaarheden te vinden. Specialisten proberen in te breken zoals een echte hacker zou doen. De uitkomsten helpen organisaties hun beveiliging te verbeteren.

Bij een DDoS-aanval (Distributed Denial of Service) wordt een website of dienst overspoeld met verkeer, waardoor deze onbereikbaar raakt. Vaak gebeurt dit met duizenden apparaten tegelijk. Het is bedoeld om systemen te verstoren, niet om in te breken.

Een firewall is een digitale poortwachter die bepaalt welk verkeer wel en niet je netwerk binnen mag. Het beschermt je apparaten tegen ongewenste verbindingen van buitenaf. Zowel bedrijven als thuisgebruikers maken er gebruik van.

Social engineering is het manipuleren van mensen om vertrouwelijke informatie prijs te geven. Bijvoorbeeld door zich voor te doen als een collega of helpdeskmedewerker. Het speelt in op vertrouwen en onoplettendheid.

Een ethisch hacker test systemen op kwetsbaarheden, maar met toestemming. Hij gebruikt dezelfde technieken als een kwaadwillende hacker, maar helpt bedrijven juist om hun beveiliging te verbeteren.

Een security analist bewaakt de digitale veiligheid van een organisatie. Hij of zij houdt systemen in de gaten, onderzoekt verdachte activiteiten en helpt om cyberaanvallen te voorkomen. Bij incidenten zorgt de analist voor snelle analyse en herstel.

Een CISO (Chief Information Security Officer) is verantwoordelijk voor het beschermen van bedrijfsdata en -systemen. Hij of zij zorgt voor beleid, risicoanalyses en incidentrespons. Deze rol is essentieel om een organisatie digitaal weerbaar te maken.

Ransomware is een type malware dat je bestanden versleutelt en pas vrijgeeft na betaling van losgeld. Slachtoffers verliezen vaak toegang tot belangrijke gegevens. Regelmatige back-ups en goede beveiliging kunnen schade beperken.

Phishing is een vorm van online oplichting waarbij criminelen zich voordoen als een betrouwbare partij. Ze proberen je te verleiden tot het delen van wachtwoorden, bankgegevens of andere gevoelige informatie. Dit gebeurt vaak via e-mail of nepwebsites.

Malware is kwaadaardige software die schade kan aanrichten aan je computer of gegevens kan stelen. Voorbeelden zijn virussen, spyware en ransomware. Goede beveiliging en voorzichtig internetgedrag helpen malware te voorkomen.

Cybersecurity richt zich op het beveiligen van computers, netwerken en systemen tegen digitale aanvallen. Denk aan bescherming tegen hackers, malware en datalekken. Het is een onderdeel van informatiebeveiliging, maar dan specifiek gericht op de digitale wereld.

Informatiebeveiliging draait om het beschermen van gegevens tegen verlies, diefstal of misbruik. Het gaat niet alleen om techniek, maar ook om processen en menselijk gedrag. Het doel is dat informatie beschikbaar, correct en vertrouwelijk blijft.

IT-security (of IT-beveiliging) is het beschermen van de technische infrastructuur zoals servers, netwerken en apparaten. Het voorkomt dat onbevoegden toegang krijgen tot systemen of data. IT-security valt onder de bredere term cybersecurity.

Privacy betekent dat je controle hebt over je eigen persoonlijke gegevens en wat anderen ermee mogen doen. Het gaat om het recht om onbespied en met rust gelaten te worden, zowel online als offline. Wetgeving zoals de AVG (GDPR) beschermt deze rechten.

Een datalek ontstaat wanneer vertrouwelijke gegevens per ongeluk of opzettelijk toegankelijk worden voor onbevoegden. Dit kan gebeuren door een hack, verloren USB-stick of verkeerde e-mail. Het kan leiden tot identiteitsfraude of reputatieschade.